Door: Bert-Jan Haarkamp

‘k stond zelfs in dubio…

Maar ik nam geen enkel risico zoals meerdere wielertoeristen (zoals de Belgen ons noemen) op de Pater- en de Koppenberg tijdens de recreatieve versie van de Ronde van Vlaanderen  afgelopen 3 april. Ik heb het dus over lopen met je fiets aan de hand tegen een kasseienbult op. Die kasseien kunnen serieus glad zijn als het heeft geregend. Als je dan aanzet slipt je achterwiel en als je blijft zitten en je trekt ietsje te hard aan je stuur dan weet je meteen waarom ze een fiets een stalen ros noemen.

In chronologische volgorde: Om 06:00u ’s ochtends vertrokken we bij de sporthal. Na een rit van dik 3 uur kwamen we in de omgeving van Ninove waar de start was van de Ronde van Vlaanderen voor recreanten. Kilometers voor Ninove stonden de auto’s al langs de kant van de weg. Uiteindelijk konden wij de auto parkeren op een industrieterrein ongeveer 3 kilometer van de start. Fietsen klaarmaken, inschrijven en rond 10 uur waren we op weg.

De eerste 30 kilometer waren best pittig door de harde wind. Door achterop komende renners en groepen die we inhaalden ontstond telkens een groep met renners van verschillende verenigingen waardoor we vaak moesten controleren of we nog compleet waren. Doordat we pas tegen tien uur startten was de grootste menigte al weg en werd het naarmate we langer onderweg waren iets rustiger om ons heen. De eerste beklimmingen waren niet echt zwaar. Het begon pas bij de Oude Kwaremont, 2,2 kilometer lang over kasseien met als steilste stuk 11%. Daarna de Paterberg: 350 meter kasseien met een maximale stijging van 20 %. Hier moest ik dus een stukje lopen in verband met de gladde ondergrond. Het deed me overigens geen ongenoegen enkele profs hier te zien lopen de volgende dag. Onderweg stonden borden met teksten erop ter nagedachtenis aan de eerste coureurs die de RvV reden: De Flandriens. Deze bikkels moesten Vlaanderens mooiste met heel ander (lees: technisch minder ontwikkeld) materiaal rijden dan wij.

Bovenop de Oude Kwaremont was reeds besloten de Tourclub traditie in ere te houden: Koffie en Tourclub, Tourclub en koffie, ze zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Zodoende werd er gepauzeerd in een echte Vlaamse taveerne en onder het genot van een kop koffie met daarna een flauw tomatensoepje (vreemde combinatie trouwens) kreeg iedereen weer wat kleur op de wangen. Intussen liet de zon zich wat vaker zien dus reden om weer op de fiets te stappen voor nog 70 kilometer. Al snel kwam Vlaanderens meest gevreesde heuvel: de Koppenberg. De volgende dag deelde een prof de Belgische wielercommentatoren mee dat hij in een training had moeten lopen op de Koppenberg puur vanwege de steilheid van 22% en ook dit jaar moest een deel van het peloton hier lopend naar boven. Ook wij ontkwamen er niet aan hoewel de kasseien wel droog waren.

Hierna kwam om de paar kilometer weer een beklimming variërend tussen 250 en 1000 meter met een stijgingspercentage tussen de 10 en 18 %. Hoe dichter we bij Geraardsbergen kwamen hoe sneller de hartjes begonnen te kloppen want elke wielerfan weet waar veelal de beslissing in de Ronde van Vlaanderen valt: De muur van Geraardsbergen. De opnieuw bestraatte muur was niet de zwaarste maar wel de mooiste klim vanwege het luid aanmoedigende publiek. Op dat moment voel je jezelf een Jehân van de Musse*. Bij de kapel werd een groepsfoto gemaakt en nog wat gratis Red Bull gedronken. Op naar de laatste beklimming, de Bosberg. Geen zware klim maar als je al 130 kilometer Vlaamse Ardennen in de benen hebt is het toch doorbijten. De laatste 10 kilometer werden in flink tempo gereden. Sommige P-rijders schenen de laatste 10 kilometer met een dusdanige snelheid te hebben gereden dat ze met gemak 3 keer kampioen van Rijssen hadden kunnen worden wanneer ze dan ook in die vorm zouden verkeren.

Nadat we ons stuurnummer hadden ingeleverd reden we naar de auto’s waar nog enkele p-rijders die een uurtje eerder waren gefinisht ons op stonden te wachten. Na het omkleden konden we allemaal een portie macaroni halen bij Gerrits hapkar (hij had de skottelbraai in de Multipla gezet en het dakraam geopend). Zo gingen we met een volle maag en een voldaan gevoel weer terug richting Rijssen waar we rond 10:45u aankwamen. Het was een gezellige dag en een monstermooie ervaring!

* Johan Musseeuw