Van: Willard Paalman
Auteur: Willard Paalman
4.15 mijn wekker loopt af. Na 5 min rekken en strekken en een gespannen gevoel in mijn maag ga ik uit bed. Na te hebben gegeten en te hebben gekeken of ik alles heb vertrok ik samen met mijn broer met de auto naar de Reggehal. Nadat wij twee fietsen hadden ingeladen vertrokken wij met 7auto’s richting Vlaanderen. Na een klein uurtje rijden werd de spanning in mijn maag te groot, waardoor een pitstop noodzakelijk was. Tegen half 9 kwamen wij aan in Ninove, waar wij de auto’s langs de kant van de weg moesten plaatsen. Nadat wij ons hadden gereedgemaakt fietsten we gezamenlijk richting de start. Toen we daar aankwamen keken we onze ogen uit. Zoveel fietsers die daar allemaal stonden had ik nog nooit gezien. Nadat we ons hadden ingeschreven en na het advies van Anton Janssen kwam ik erachter dat de T al was vertrokken. Na een achtervolging in de P groep sloot ik na 20 kilometer zwetend bij de T groep aan. Die groep bestond toen nog uit 9 personen, want na 25 kilometer ging Gerda verder met haar mountainbikeroute.
Na 30 kilometer begon het echte werk. Namelijk de eerste helling de Molenberg met een maximale stijging van 17% op kasseien. Daar aangekomen bleken er meer te lopen dan te fietsen. Boven op de Molenberg werd er gewacht totdat de groep weer kompleet was. Nadat we de paddestraat en de tweede klim hadden overleefd kwamen we na 50 kilometer aan bij de eerste
stop. Na een paar blikjes isostar en eierkoeken gingen we weer verder. Het tweede stuk was een zwaar stuk, want we moesten 8 beklimmingen overleven tot aan de tweede stop. Na 76 kilometer en twee beklimmingen later kwamen we aan bij de Paterberg, die met een maximale stijging van 20% een echte kuitenbijter is. Daar teruggeschakeld op mijn trippel kwam ik op mijn
kleinste verzet hijgend boven. Met nog de Paterberg in mijn benen kwamen we na 10 km de Koppenberg al weer tegen. Op de Koppenberg met een maximale stijging van 22% op kasseien moest ik na 250m de benen wagen uit proberen. Daar boven aangekomen werd er overlegt dat we maar eens ergens een kop soep moesten nemen voordat we verder gingen. Na een rust pauze van 30 minuten en met opnieuw gevulde bidons gingen we weer verder. Op na de volgende beklimming dit was de Steenbeekdries met een stijging van 6.7%, voordat wij het wisten waren we al boven en konden we ons opmaken voor de Taaienberg, met een maximale stijging van 18% weer een echte taaie waar je benen pijn van gaan doen. Daarboven aangekomen zegt Willard Wermink dat ze hem hier nooit weer zien. Na twee minder steile beklimmingen kwamen we aan bij stop 2, dat na 103 lag. Na snel te hebben gegeten en gedronken gingen we op voor de finale. Er moesten namelijk nog 5 kuitenbijters beklommen worden die verdeeld waren over de laatste 40km. In een redelijk tempo reden we over de Leberg, Berendries en de Tenbossestraat. Na deze hellingen maken wij ons op voor de beruchte muur van Geraardsbergen er wordt zenuwachtig gereden naar de muur, want iedereen wou zich sparen voor dit klapstuk. In Geraardsbergen aangekomen blijken we een andere route te rijden dan wat de profs anders doen. In de binnenstad zagen we opeens een asfaltweg van 18% voor ons opduiken. Deze weg leidde naar de voet van de muur. Op de muur stond enorm veel publiek ons aan te moedigen. Ook stonden veel fietsers geparkeerd op de kasseien. Daardoor kwam ik ook in de problemen ik dacht al aan lopen, maar dankzij een vriendelijke Belgische toeschouwer die mij een zetje gaf kon ik toch blijven fietsen. En overleefde ik ook deze berg weer. Boven aangekomen bleek dat het meerdere deel al zat bij te komen en na zat te praten hoe ze de muur hadden beklommen. Op naar de laatste beklimming de Bosberg. Met 130 km in de benen voelde deze helling niet moeilijk aan al was deze toch nog ongeveer 11% op kasseien. Napratend over de vele hellingen kwamen we uiteindelijk gezamenlijk fietsend over de finish. Nadat ik mijn nummer had ingeleverd en gedoucht had met een emmer water ging ik met zere benen maar met een voldaan gevoel terug naar Rijssen.
Geef een reactie