Van: Redactie (bron: facebookpagina Edwin Seppenwoolde)
Ultieme toerfietsers zoeken de grenzen op van hun fysieke mogelijkheden. Fietsen tegen de hoogste bergen op, maken extreem lange tochten en sommigen doen Parijs -Roubaix, hieronder het inspirerende en goed geschreven verhaal van Edwin Seppenwoolde en Marc Derksen. Het verhaal verdiend een plekje op de TCR pagina ¨TCR Ultiem¨
De Paris – Roubaix Challenge. Vorig jaar liep het uit op een rit in de bezem wagen, door een kapotte fiets. Deze winter stond in het teken van de afrekening van dit zwarte beest…..
Na een winter van conditie op peil houden en veel training was het afgelopen weekend zover. Na een hectische week, vrijdagochtend rond 09:30 vertrokken Marc en ik richting noord Frankrijk. De heenreis verliep wat stroef. Het mooie weer zorgde voor drukte op de weg. Om 13:30 bereiken we ons hotel in Tourcoing een plaats vlakbij Roubaix. Na inchecken en de het aantrekken van de kleding vertrekken we om de de finale te verkennen. We pakken ter hoogte van Campin- en- Pévèle de route op. Het begint met en 4 sterren strook, gevolgd door een 5 sterren strook. Het is wel weer wennen om op de ruwe Franse kasseien te koersen. De angst dat de fiets het zal begeven zit er nog wel in. De kop moet leeg, ik weet het maar ja doe
het maar eens. Maar na deze 2 stroken is het vertrouwen in het materiaal er wel en op de strook van Gruson ( daar waar het vorig jaar mis ging) besluit ik maar eens gas te geven. En had gaat zoals het moet. Vol over de stenen kicken dit! Nu nog even de stenen van Hem er uit knallen en dan naar de Velodrome van Roubaix. Om onze nummers op te halen en wat merchandising aan te schaffen. Na wat heen en weer lopen om de standjes en de nieuwe wielerbaan te hebben bekeken fietsen we weer terug richting het hotel 50 km afgelegd met zo’n dikke 6 km aan kasseien. Na wat kleine aanpassingen aan de fiets en de nummers/ stickers hebben aan geplaatst nemen we een lekker glas bier. Het smaakt heerlijk eigenlijk naar meer. Maar we houden de kop erbij. Douchen en dan wat eten besluiten we. Na een kleine wandeling door de straten van Tourcoing besluiten we om maar gewoon in ons hotel te eten. Het eten in Frankrijk ….. niet echt mijn ding. Maar na je moet wel wat eten. Na het eten een espresso en met het thuisfront bellen. De kleding uitzoeken wat trekken we aan. Vandaag was het ruim 20 graden, maar morgen 12 graden met tegenwind en regen. De keuze is gemaakt de truien ingepakt met banden en repen en gels. Nu nog even naar de bar. Ons hotel zit vol met wielergekken uit heel Europa we spreken met Denen, Engelsen Slowaken. En een paar Nederlanders. Om 23:00 na een paar pintjes gaan we slapen. T’is zo 04:00 uur.
Zaterdagochtend 04:00 de wekker loopt af, vandaag is het D-Day. Snel kleden we onze wielerkleren aan. We kijken uit het raam het is gelukkig nog droog en niet koud. Hopen dat het zo blijft. Na een snel ontbijt, bezoek aan het toilet zetten we de fietsen op de fietsen drager en rijden snel naar de velodrome. Het is nu 04:50 en het is er al een wirwar van fietsers. We zoeken bus 11 op, die zal ons brengen naar Busigny. 05:45 we vertrekken de bus zit voller dan vorig jaar. De wind trekt aan en aan de lucht te zien zit er regen in de lucht. De kopjes van onze medestrijders staan strak van de spanning. De ene die dommelt wat terwijl de ander zich vol eet in koolhydraat rijke voeding. Best een leuk gezicht. De geur die in de bus hangt val het best te vergelijken met een mengeling van tijgerbalsem en scheten. Een echte wielerlucht. Onderweg slaat dan toch het noodlot toe. De weersvoorspelling lijkt te kloppen. Het begint te sputteren en na een tijdje rijden we in de stromende regen over een nat wegdek onder een grijze bewolkte hemel richting de start van “de hel van het noorden”. 07:25 we zijn er. Voorzichtig steek ik mijn neus uit de deur en merk al gauw dat het guur weer is. De wind is flink aan aangehaald en het regent. Snel de bus weer in. We wachten nog even. Onze fietsen stonden er als 1 van de eersten in. Dus als laatste eruit. We peppen elkaar op. En wensen iedereen geluk en het beste toe. We gooien de laatste balast en om 07:45 verteken we voor onze Paris-Roubaix. Na een km of 10 doemt strook 28 op. We spreken af de kat uit de boom te kijken en het echt voorzichtig aan te doen. Spannend eng dat is het om in de regen over zulk kassei wegen te rijden. Na wat glibberen en schuiven bereiken we het einde. We zijn het met elkaar eens ” gedachten der bie”. Op naar strook 27 hier het zelfde recept. Dan komen aan bij Quiévy à Saint- Python. Hier ging het vorig mis. Daar liep mijn fiets definitief in de soep. De plaats waar het gebeurde gaf ik een knik, ik dacht niet vandaag. Ik ga vandaag finishen in Roubaix. Het vertrouwen om over gladde stenen te fietsen groeit met de meter. En eigenlijk fiets ik nu best wel hard. Ik haal veel mensen in. En dan ineens vlak voor me zie ik er één via het gras op de stenen glijden bewonderingswaard blijft de Brit op de fiets zitten. Ik schreeuw hem toe ” you got lucky” en dat is met me eens. Ik besef me dat het vandaag echt goed uitkijken is. Na 3,7 km komt aan deze verschrikking. De stroken volgen elkaar vlot op. Het eten en drinken is erg belangrijk dit doe je op de tussen stukken. Ook het zoeken van een groepje is ook prettig vooral op de stukken waar wind vol in de wind moesten. Soms Wk 5. Op een gegeven moment reden we met een groep uit Nederland. Een groep echte hardrijders. Soms te hard na een km of 15 met deze gasten te hebben me gereden gaat het mis. In een afdaling doemt een rotonde op. En ja hoor daar gaat het mus 1, 2 ,3 wel 5 renners gaan onderuit. Veel te hard in gestuurd op het natte gladde wegdek. Er staat genoeg volk bij te kijken en bieden hulp. We rijden door. Ik zeg tegen Marc dat ik liever alleen het kopwerk doe, dan zo eindigen. Pauze, de bidons vullen, plassen wafels eten en doorrijden. Zo ziet onze eerste pauze eruit. De focus is nu op Trouee d’Arenberg. Maar eerst de strook voor Arenberg deze was van de week veel besproken omdat deze over een meter of 30 onder gelopen was met water en drek. Bij het op rijden is het al druk. Bij bosjes vallen ze om. Zo glad. Ik zie er zeker een stof of 6 spartelen in de blubber. Er ligt er zelfs 1 in de sloot. Rustig stap ik af en loop dat gladde stuk maar. Dat was nog lastig genoeg. Snel opgestapt en dan gaat het richting het beroemde bos van Wallers. Een verschrikking werd altijd gezegd nou dat was het. Glad, druk, eng. Met stuurmanskunst en met een snelheid van amper 20 km/H baan ik me een weg door deze waanzin. Zeker 5 keer denk nu lig ik er naast maar ik weet me in de been te houden. Gelukkig na 2,4 km komt hier een einde aan. 10 stroken gehad nu komt het lastige tussen stuk. Veel wind tegen. En veel stroken van 4 sterren. Het word wat droger, maar het gaat ook harder waaien. Strook voor strook komen we dichter bij Roubaix. Het hakt er wel in hoor mede door het weer. Het mooiste gingen de stroken van de wind af. Hier ging de snelheid soms kort aan de 40. Daardoor zie alle gaten niet meer zo snel en dan ineens knal! Een steen en ja hoor lek. Snel de band verwisseld en daar gaat het op naar de laatste stop. Hier nemen we echt de tijd. We eten wat tuc koekjes en laten onze ketting insprayen want die heeft het ook zwaar door alle drek en klei. Nog een goeie 30 km en dan is het klaar. En jonge coureur wil met ons meerijden en gebaart dat hij wil rouleren. We nemen onze Finale buisje en trappen er lustig op los. Onze jonge coureur kan ons tempo niet bijhouden en moet lossen. Dan komt het stuk wat we gister verkent hebben. Bijna thuis! Het gas gaat er vol op. Camphin en pevele raggen we af. Dan komt Carrefour de l arbre hier rijd ik iets te optimistisch en snijd een bocht aan door het gras. Bij het oprijden van de kasseien rijd ik voor een 2e keer lek. Jammer maar het is niet anders. De stroken van Gruson en Hem zijn slechts nog formaliteit. En om 14:30 rijden we de velodrome in. Het is ons gelukt. De ultieme beleving voor de kasseirenner 52,7 km stenen. Zowel in de regen als op het droge in een woord heroïsch! Na het in ontvangst nemen van de medaille halen we gauw onze tas op. Want na zo’n heftige rit is douchen in het nostalgische badhuis de kers op de taart. Heerlijk om je afgepeigerde lichaam af te spoelen onder het warme water. Kearl wat fijn. Nu snel alles in pakken, het regent inmiddels weer. We verlaten het strijdtoneel en gaan door een flinke regen depressie huiswaarts. Tussen Arnhem en Nijmegen word er nog lekker wat gegeten want we hadden natuurlijk zin aan echt eten, na zo’n dag met liters sportdrank repen en gels. Dan heb je wel zin aan wat hartigs. Het smaakt ons goed. En rijden nu snel naar huis. En zo komt er een einde aan het zwarte beest wat Roubaix heet. Toch een droom die uitkomt. Een echte Roubaix eentje waar de heroïek af druipt. Marc Derksen bedankt voor dit avontuur.
Knappe prestatie, op de Youtube zie je bij seconde 50 een renner voorbij komen zonder zadel en die moet nog 20 km !!
Edwin en Marc,
jongens,
vol bewondering lees ik jullie verslag.
Wat een strijd moet het zijn geweest.
Ik neem mijn petje af en maak een diepe buiging.
joke