Van: Henk Kastenberg


’n Kaps

We stonden op zaterdagmorgen klaar om 08.30 uur. Waarschijnlijk is het nog niet tot elke T3-er doorgedrongen dat we een half uur eerder vertrekken. Jan Bakker was deze morgen speciaal gekomen om zijn jongens weg te schieten. Het was de zaterdag voor Palmpasen daarom vroeg Jan ons of we allen de nieuwe kniekousen aangetrokken hadden. Maar het weer was er nog niet geschikt voor. Slechts 7 mannen gingen van start en dat viel tegen. Volgende week rekenen we op minimaal 10 deelnemers. Wim had een mooie route in zijn Garmin staan. Het voerde ons langs een mooie reebok in de Grimberg en even later langs een bijna witte buizerd in Notter. Toch vraag ik mij af of een Garmin geschikt is voor T3. Onze groep fietst niet alleen maar houdt zich ook bezig met aangename conversatie. En juist dat loopt niet synchroon met wat Garmin wil. We hielden er een aantal mooie strategische route veranderingen aan over. Het kostte kilometers eer onze Garmin weer op het goede padje was. Ver achter Aadorp kwamen we in de Weidemanslanden. We hadden tot nu toe de wind in de rug gehad maar hier  bespeurden we hoe het op deze weidse vlakten was met tegenwind. Een paar van onze groep ontdekten een paarden melkerij en zouden graag even wat proeven. Wim van de Noort verbood ons om af te slaan, bang voor de dopingcontrole bij de koffie. Even later gunde hij ons ook een mals stukje hertenvlees niet. We reden door Tubbergen en toen vertelde Wim dat het met zijn relatie met de Garmin dik in orde was. Hij had ons bewust een aantal kilometers met de wind in de rug meer laten fietsen omdat we anders te vroeg bij het koffieadres waren. Bij ’n Kaps hebben we heerlijk warm gezeten en prima koffie gedronken. Onder het toeziend oog van een aantal edellieden en een geharnaste ridder dachten we na over een lijflied voor T3. We werden geinspireerd door een harmonium. Er zijn inmiddels enkele suggesties in de trant van: Met al det gejakker, zi’j mear ne stakker. T3 is  merakels good ook vuur oe gemood. Na de koffie beloofde het buffelen te worden. Maar dat viel gelukkig mee. We kregen meer beschutting van houtwallen en bossen. En langzaam draaiden we zodat de wind ons weer gunstig gezind werd. Maar voor het zover was, kneep na enkele kilometers onze tourleider in de remmen. Hij had zijn pompje verloren. Liet zich terugvallen om het pompje te zoeken. Chris vd Hengel reageerde heel verbaasd en riep Wim nog na dat hij helemaal geen pomp bij zich had. Toen Wim onverrichter zaken in onze groep zijn plaats weer innam kwam hij tot de conclusie dat de pompe dan in ’thoes mut lign. Dan denk je dat het daarbij blijft maar niets is minder waar. Peter Schoemaker bleef even achter dat kan als je met 7 man fietst. Maar wat hij daar uithaalde vernam niemand. Toen hij naast me kwam fietsen merkte ik op dat hij nat was geworden en het regende niet. In zijn enthousiasme over de kortsluiting bij Wim had hij in een klap zijn bidon aan flarden geknepen. Het water was eruit gespoten. In zijn bidon houder ontwaarde ik een bidon met grote scheur niet meer te repareren. We reden verder langs prachtige landhuizen en boerderijen. We reden over essen en passeerden beken. Wim wees ons telkens weer op de schoonheid die Twente te bieden had. En op weg naar Rijssen neuriede hij zacht voor zicht uit met in gedachte het harmonium: Oh T3, Oh T3 wat een voldoening vuur mie, Um met euleu duur Twente te toern.