[one_whole boxed=”true”]
  • Toerleider: Gerrit Pluimers
  • Auteur: Erik Borghuis

Op het menu staat een rondje Zwillbrock met als Grote Leider Gaait Pluumers oet Eanter. Gerrit heeft eerlijk bekend, dat dit rondje eigenlijk het rondje Oldenkotte is, maar dan in tegengestelde richting met een kleine uitbreiding bij Beltrum. We hebben toen koffie gedronken bij Rotering net voor de Duitse grens, waar toen om half elf de eerste stamgasten hun eerste pilsje geserveerd kregen. Nu gaan we koffie drinken bij Klöppendiek in Zwillbrock net over de grens  in Duitsland.

Nu kan in kiezen om dit stukje in het Nederlands te schrijven of in het plat. Die twijfel is bij mij ontstaan met het lezen van een boekje over het dialect van Daarle “Mien moe zee aait …”, geschreven door Wielens Harms (2017). Hij schreef dat het schrijven en spreken in het dialect de nodige besparing met zich meebrengt. De hem onbekende onderzoeker concludeert dat het Nedersaksisch als voertaal 82% kunt bezuinigen op de tijd, die je doorbrengt met besprekingen. Hier volgen een aantal voorbeelden
In het Nederlands                 In het Nedersaksisch
Zou u dat nog eens willen herhalen?         He?
Zulks ben ik geenszins van plan         Det doe’k nit
Wilt u zo vriendelijk zijn om te zeggen wat u van mij wilt? Wat wo’j?
Wat u mij opdraagt, ben ik niet van plan uit te voeren. Kriegnt ne dikn

Tijdens de rit strooit Gerrit Lohuis met een aantal Nedersaksische opmerkingen zoals wat nen geknooi of wat nen gedoo det fietsen. Nu leveren deze uitspraken wel de nodige besparing op, maar ook de nodige onduidelijkheid. Na enige jaren met Gerrit gefietst te hebben, ga ik ervan uit, dat hij er niets mee bedoelt. Maar weet het niet zeker. ?

We vertrekken goedgemutst met 11 man. Het weer is in tegenstelling van de weersvoorspelling verrassend goed; halfbewolkt met een voorzichtig zonnetje en in ieder geval droog. We vertrekken richting Enter. De route voert langs Delden, Beckum, Haaksbergen, Rekken, Oldenkotte, Ammeloe naar het Zwillbrock. We komen aan bij het terras van Kloppendiek. Het terras is helemaal leeg. We kiezen een plek, dichtbij een driethuuske. Want dan kan altijd van pas komen. Als wij ons plaats genomen hebben, komt er eine Fraulein aan en Gerrit geeft aan voor twintig man gereserveerd te hebben. Mevrouw is ook goedgemutst en kan onze voertaal in het plat duidelijk waarderen. Iedereen wil koffie en als zugabe wil één van ons ook gebak. Na alle smaken en soorten opgenoemd te hebben kan bijna de hele rij opnieuw opgenoemd worden. Er komt ook Sahne dazu. Tijdens de koffie komen de verhalen van de Tour voorbij. Zoals de manier waarop Daniël Martin zich van de fiets hees. Soms komt daarna een persoonlijk verhaal van overtreffende trap. Het afrekenen van twee kop koffie levert een kostenpost op van 2 euro. Of moet ik zeggen een een besparing van 2 euro. Maar goed het was niet duur. Mevrouw geeft duidelijk aan, dat wij binnenkort weer verwacht worden. De prijs is duidelijk bedoeld om ons terug te laten komen. Een vriendelijke geste. 

Na de koffie rijden we richting Grolle, Bij Beltrum heeft Gerrit een rondje bedacht vooral om het aantal kilometers van 108 km naar 123 km te tillen. Wij rijden niet alleen rondjes, maar ook pirouetjes . Gerrit geeft de schuld aan de traag reagerende Garmin, waardoor soms te laat de richting van de routes doorgegeven kan worden. Ik herken het wel, want als ik probleem heb, ligt het aan de omstandigheden of aan de ander. En vooral niet al mijzelf. Maar goed, zonder morren wordt de route vervolgd in de juiste richting. Via Hoarle, Geesteren, Gelster, Deepn, Goor en Eelsen rijden wij weer richting Riessen. De balans wordt opgemaakt: een mooie tegengestelde rit, zonder incidenten, droog weer met wel wat wind. Wij bedanken Gerrit en wensen een aantal toerleden inmiddels een goede vakantie. Tot volgende wekke met de afsluiter voor de vakantie naar het Zumpke. Altijd gezellig.     
[/one_whole]